De barones vertelt

‘Mijn overgrootvader, Etienne van Zuylen, had een droom. Het was méér dan een droom. Het was een obsessie om het familiedomein, toen en ook nu nog bekend als Kasteel de Haar, in zijn oude glorie te doen herbouwen. Het duurde 20 jaar om deze droom te verwezenlijken en met de onmisbare samenwerking van misschien wel de beste neogotische architect van zijn tijd, dr. P.J.H. Cuypers, werd het werk juist voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog voltooid.

Na het overlijden van Etienne in 1934, namen mijn grootvader en vervolgens mijn vader de verantwoordelijkheid op zich om het kasteel in stand te houden in de geest waarin het was bedoeld, namelijk zowel als een monument voor de familiebanden met de provincie Utrecht die teruggaan tot de 13e eeuw, maar ook als een huis -zij het een extravagant huis- voor familie en vrienden.

Toen het domein op miraculeuze wijze ontsnapte aan de schade door de verwoestingen van de Tweede Wereldoorlog, achtte mijn grootvader – zeker in die veranderende tijd – het moment gekomen om zijn bezit met kasteel, tuinen en park open te stellen voor het publiek. Echter onder de voorwaarde, dat gedurende één maand per jaar, meestal in september, het huis en de tuinen exclusief door de familie zouden kunnen worden gebruikt. Het openstellen voor het publiek was een wijze beslissing, omdat het kasteel zo kon uitgroeien tot één van de 100 meest bezochte Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst.’

Barones Alexandra van Zuylen van Nijevelt van de Haar (2011)